De Slag bij Warns was een veldslag in de Fries-Hollandse oorlogen tussen graaf Willem IV van Holland en de Friezen die op 26 september 1345 plaatsvond en in een eclatante overwinning voor de Friezen eindigde. Voor een gedeelte van de Friezen is de jaarlijkse herdenking van de slag belangrijk. Velen spreken van de Slag bij Stavoren, wat correcter is, aangezien Warns niet genoemd wordt in de historische bronnen.
De Hollanders onder wie ook Willems oom, heer Jan van Beaumont, voeren vanuit Enkhuizen met een vloot de Zuiderzee over en landden bij Stavoren en Laaxum. Ze wilden het Sint-Oldulphusklooster bij Stavoren veroveren en gaan gebruiken als vesting. De Hollandse ridders droegen een harnas, maar hadden geen paarden, omdat daarvoor geen ruimte was aan boord van de schepen, die waren volgeladen met werkvolk, bouwmateriaal en voorraden. De troepen van graaf Willem staken het verlaten Laaxum en Warns in brand en trokken op naar Stavoren. Bij Warns werden ze aangevallen door de plaatselijke bevolking. Door hun zware harnassen waren ze geen partij voor de woedende boeren en vissers. De vluchtweg die de ridders kozen, leidde naar het Roode Klif. In het moerassige landschap bij het klif werden de Hollanders verslagen. Ook graaf Willem kwam tijdens de slag om het leven. Toen de troepen van de heer van Beaumont in Stavoren hoorden wat er was gebeurd, vluchtten ze naar de schepen, achtervolgd door de Friezen. Slechts een kleine groep overlevenden kwam in Amsterdam aan.