Kleinste haven van Europa

Laaksum ligt ten zuiden van Warns aan het IJsselmeer in het westen van de streek Gaasterland. De plaats wordt of werd ook wel wel beschreven als het kleinste vissersdorpje/haven van Europa. Het kent maar beperkt aantal huizen en een boerderij. Het was lang slechts een buurtschap van het dorp Scharl. Dat begon vanaf 1900 pas te veranderen door de groei van de visserij en het werd als een dorp gezien toen het in 1912 een eigen vluchthaven kreeg en de visserij op zijn hoogtepunt was.

Wat precies de plaatsnaam betekent is onduidelijk, mogelijk duidt lak (lax) op zacht stromend water, verwijzend naar de kleine veenstroom waarbij het in het moerasgebied was ontstaan, voordat de Zuiderzee diens later grotere omvang kreeg. Daarmee ook zeggende dat de plaats toen nog geen vissersplaats was.

 

 Rond 1500 stond Laaksum bekend vanwege visserij op bot op het Vrouwenzand, een ondiepte in de toenmalige Zuiderzee langs de zuidrand van Friesland. In 1680 werd vermeld dat de bewoners van de buurtschap zich bezighielden met palingvisserij.
In 1718 stonden er acht huizen in de buurtschap en in 1851 zes. Aan het begin van de twintigste eeuw was Laaksum een plaats met zestien huizen en twee boerderijen, waarin samen meer dan honderd mensen woonden. In het begin van de eenentwintigste eeuw stonden er elf huizen en één boerderij.

Na de bouw van de Afsluitdijk zakte de visserij in Laaksum in. Er werd nog enige tijd op paling gevist, maar dat bleek niet rendabel. Bij de haven van Laaksum staat nog de Hang. In dit kleine gebouw werden eertijds haringen gezouten en gerookt. Deze werden als Lemster bokken veelal naar Duitsland geëxporteerd.

Laaksum raakte ondertussen als een bescheiden attractie voor dagjestoeristen in trek. Bij de vluchthaven bevindt zich daarom ook een recreatieterrein.