Het volgende interview met Wilma Deurloo stond in de GrootBolsward
De 75-jarige Wilma Deurloo uit Warns groeide op in een gereformeerd gezin in het ‘Roomse Zuiden’. Ze maakte allerlei omzwervingen door Nederland en woont sinds 2008 met haar man Fritjof in Warns, waar ze zich helemaal thuis voelt. Ongewenste kinderloosheid drukte een flinke stempel op haar leven, maar ze zette haar eigen ervaringen in bij haar werk als rouwtherapeute en ritueelbegeleider, en schreef een boek over ongewilde kinderloosheid. Ook schreef ze twee boeken over twee voor Warns bijzondere mensen. Wij schuiven aan bij Wilma, die in dit interview zeer openhartig is.
Het is even zoeken in het pittoreske Warns. Wilma Deurloo woont tegenover de kerk, maar de voordeur is echter niet zo goed te vinden. De aanhouder wint en als we eenmaal binnen zijn, ontvangt Wilma ons warmhartig. We drinken heerlijke cappuccino en knabbelen aan haverkoekjes, en dan is het tijd voor het bijzondere levensverhaal van Wilma.
NIET FIETSEN OP ZONDAG
“Ik ben de één na jongste uit een gezin met zes kinderen. Wij woonden in Eindhoven, in het roomse zuiden, maar wij waren protestant. We mochten niet fietsen op zondag, niet rolschaatsen, we mochten bijna niks. Wij gingen naar een andere school dan de kinderen uit de straat en op weg naar school werden wij uitgescholden voor ‘protestantse bok’. Wij scholden dan terug met ‘katholieke stronthommel’. Wij hoorden er niet bij; dat gaf me een eenzaam gevoel. Een kind wil erbij horen,”
ANDER TOEKOMSTBEELD
Op haar 21e trouwde Wilma met Hans. Ze wilde graag kinderen maar die kwamen er tot haar grote verdriet niet. “Dat was moeilijk voor mij”, zegt ze ontroerd. “En dat gegeven zorgde voor een heel ander toekomstbeeld. Ik had de mulo gedaan en daarna de vormingsklas. Het traditionele beeld in die tijd was dat er dan kinderen kwamen. Ik ging op mijn 17e als typiste werken bij Philips, het bedrijf waar mijn vader -zoals hij zelf zei- werkte als ‘hoger beambte’ op de afdeling Inkoop. Hij schreef met een vulpen, dat herinner ik me nog zo goed! Ik was een echte ‘Philipsdochter’ en ik had er een hele leuke tijd. Na drie jaar nam ik ontslag. Ik verhuisde met Hans naar Utrecht, waar hij als dienstweigeraar te werk werd gesteld. Het verdriet over onze kinderloosheid heb ik vrijwel alleen gedragen, opnieuw een eenzame weg.”
ZUSTER SMILE
Wilma en Hans verruilden Utrecht in 1971 weer voor Eindhoven en vertrokken van daaruit voor een jaar naar Alabama in Amerika. “Dat was net na de segregatie. Ik werkte daar in ‘The Children’s Hospital’ waar ik kleine, zwarte kinderen voorbereidde op het onderzoek van de dokter. Ze hadden een zwaar Zuidelijk accent, waar ik weinig van verstond. Daarom glimlachte ik veel en werd ik ‘nurse Smile’ genoemd. Weer terug in Nederland werd ik overspannen, mijn kinderloosheid begon weer op te spelen. Toen ik hoorde dat een achterbuurvrouw zwanger was van een tweeling, terwijl ze al twee kinderen had, heb ik contact met haar en haar man gezocht en gevraagd of ik wat kon betekenen voor het gezin als de kinderen geboren zouden zijn.
Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik gestuurd ben door een ‘hogere macht’. Ik mocht op ‘sollicitatie’ komen en dat kwam helemaal goed. Berend en Benjamin werden in het ziekenhuis geboren en vanaf het moment dat zo thuis kwamen was ik er bijna elke dag, samen met één van de ouders, dat hadden we zo afgesproken. Berend was die eerste jaren heel erg ‘mijn kind’. In april worden de jongens 40 jaar, we hebben altijd goed contact gehouden. Ik heb bijna alles meegemaakt wat ouders kunnen meemaken met hun kinderen. Op de grote foto hier in de keuken kunnen jullie ze zien. Ik ben zo trots op hen!”
EEN NIEUWE LIEFDE
Wilma kwam tijdens een workshop haar -wat later bleek- grote liefde Fritjof tegen. Stralend: “Fritjof viel als een blok voor mij. Daar schrok ik van; ik was immers getrouwd. Maar ja, het bloed kruipt waar het niet gaan kan en na een romantische ochtendwandeling, waarin we genoten van de zonsopkomst, vroeg Fritjof hoeveel kinderen ik zou willen. ‘Zes’, zei ik.’Ik ook!’, antwoordde hij. Tijdens de slotavond van de workshop zong ik het lied ‘I wish I knew how it would feel to be free’ van Nina Simone. Dat nummer liet mij inzien dat ik me gevangen voelde in mijn huwelijk. Toen de tweeling vier jaar was, ben ik bij Hans weggegaan en heb ik in Amsterdam met Fritjof een nieuw leven opgebouwd. Dat ik een bonustweeling meebracht, waar Fritjof écht een vader voor is geworden, heeft onze kinderloosheid zoveel draaglijker gemaakt.”
MOOIE VERBINDINGEN
Sinds 2008 wonen Wilma en Fritjof in Warns. Eerst acht jaar tegenover de PKN aan de Buorren en nu alweer zes jaar tegenover de doopsgezinde kerk op ‘t Noard. “Met heel veel plezier”, zegt Wilma enthousiast. “Ik wilde graag inburgeren in Warns en ben direct begonnen als vrijwilliger bij De Spylder. Ook interview ik sinds 2011 mensen uit Warns voor de rubriek ‘Achter de voordeur van…” in dorpskrant ‘De Warnser Poarte”. Ik kan jullie vertellen dat er geen betere manier is om in te burgeren. Ik kom bij zoveel leuke mensen thuis, dat is geweldig. Ik stap onbevangen bij ze binnen en hoor de meest bijzondere verhalen over wie ze zijn, wat ze doen en hoe hun leven er uitziet.”
RODE DRAAD
Het thema “ongewenste kinderloosheid loopt als een rode draad door Wilma’s leven. Ze schreef er een boek over in 2011: ‘Ik zou een leuke oma zijn, verhalen van kinderloze vrouwen in de oma-leeftijd. Wilma: “Ik stelde zeventien vrouwen onder andere de vragen: “Wat als je oud wordt?” “Wie zal er met jou meelopen als je het zelf niet meer kan?” Zul je eenzaam zijn?” “Wie zal zich over jouw spullen ontfermen?”
Tot 2014 had ik in Amsterdam een eigen praktijk waarin ik ongewenst kinderloze vrouwen begeleidde. Ik werkte volgens de methode ‘Voice Dialogue’. Deze methode gaat ervan uit dat je persoonlijkheid is opgebouwd uit verschillende kanten, oftewel ‘ikken’. Deze verschillende ‘ikken’ zijn innerlijke gedachten die een cliënt aanmoedigen of juist blokkeren om iets te doen. Wat er gebeurt bij vrouwen die graag moeder willen worden, is dat zij zich identificeren met die kant van zichzelf. Zolang dat zo is, is er geen ruimte voor iets anders. Ik ga met die ‘ik’ in gesprek om ruimte te maken voor een ‘ik’ die ideeën heeft over een leven zonder kinderen.
Ik ben nu met pensioen, maar het lijkt me heerlijk om nog eens een workshop te verzorgen voor een groepje kinderloze vrouwen in de oma-leeftijd. De herkenning, de erkenning en de aandacht voor elkaar werkt absoluut helend.”
FOPPE VISSER STICHTING
Wilma is inmiddels een ervaren schrijfster. Na haar eerste boek volgde het boek: ‘Foppe Visser, smid en fietsenmaker te Molkwerum’, in 2020. “Zijn naam leeft nog voort dankzij zijn nalatenschap die wordt beheerd door de Foppe Visser Stichting in Warns”, licht Wilma toe. “Foppe Visser was ongetrouwd en kinderloos. Dit boek -dat ik op verzoek van de stichting schreef- leidde uiteindelijk naar mijn derde boek: ‘Hoe Janke Tromp verdween uit Warns, een reconstructie’. Janke Tromp Lootsma en haar man Gerrit Schrale waren ook kinderloos en ook zij schonken hun vermogen aan Warns. Van dat geld is in 1978 een dienstencentrum gebouwd dat tot 2011 bestond.”
BONUSGROOTOUDERS
Of er een vierde boek komt? Wilma weet het niet. “Het schrijven van een boek is een mooi, maar intensief proces. Wel weet ik dat Fritjof en ik ‘opa en oma’ gaan worden. Dat zijn we al van het zoontje van Berend en in juni hoopt Benjamin vader te worden. Hij heeft gevraagd of we ook bonusgrootouders willen worden van zijn kindje. Daar hoefden wij niet lang over na te denken; natuurlijk willen we dat!”
Tekst Amanda de Vries