Ats Bonninghawei 17 – Een kijkje achter de voordeur van Taetske Albada

Het is even zoeken naar het huis van Taetske in “de nieuwbouw van Warns zuid, achter de Ats Bonninghawei”, zoals deze nieuwe uitbreiding van Warns op internet wordt aangeduid. De weg vanaf De Buorren is nog niet bestraat, in het zand zitten diepe kuilen en de huizen hebben nog geen huisnummers. Gelukkig heeft Taetske een papier op het raam gehangen waarop haar huisnummer staat. Eigenlijk vindt ze het wat ongemakkelijk om geïnterviewd te worden, zegt ze. Ze houdt er niet zo van om zichzelf ‘in de etalage te zetten’. Gelukkig heeft ze ‘ja’ gezegd toen ik haar vroeg….

Taetske is geboren en opgegroeid in Nijland, tussen Bolsward en Sneek. Ze heeft een oudere zus en twee oudere broers, een tweeling. Haar beide ouders leven nog. “Ik ben een nakomeling en ik heb een fijne jeugd gehad. Wij zijn echte familiemensen. Ik ben in onze familie ‘de lytse die het allemaal regelt’, een echte regeltante. Ik heb een hele goede band met mijn ouders. Mijn vader was altijd een beetje mijn adviseur. Hij heeft mij altijd advies gegeven over mijn carrière en zo, maar het grappige is dat de rollen nu een beetje zijn omgedraaid. Als hij bijvoorbeeld tegen iets aanloopt zoals een computer die niet doet wat hij wil, dan belt hij nu mij voor advies.”

Taetske en haar man Jan hebben in 2004 een huis gekocht op Boppelâns. “We hebben er een heerlijke tijd gehad. Er woonden veel jonge gezinnen. Met enkele buren zijn wij goed bevriend geraakt. Wij zagen elkaar vrijwel dagelijks en wij wisten bij wijze van spreken zo’n beetje van elkaar wat we ’s avonds aten. Toen ik samen met onder andere Lia en later met Klaas-Jan in het bestuur van de buurtvereniging kwam, zijn wij begonnen met het organiseren van een jaarlijkse burendag. Een dag voor jong en oud. We bedachten altijd activiteiten die de verbinding zocht tussen de kinderen en de volwassenen op de buurt. De dag begon ’s morgens met koffie en eindigde ’s avonds met een barbecue en een biertje. Tussendoor waren er spelletjes, een gezamenlijke lunch waarbij het meegebrachte brood werd gedeeld (‘broodje-delen’) en een playback- of een modeshow. Het waren zulke leuke dagen, we hebben zo gelachen!”

Ze wisten al een tijd dat een aantal mensen van Boppelâns zou vertrekken, daar hebben ze naartoe geleefd. “De vriendschap is door alle verhuizingen wel veranderd, maar niet minder geworden. Alleen moeten we het nu afspreken als we samen iets willen doen. Maar de oude traditie van oliebollen bakken op Oudejaarsdag, die blijft sowieso bestaan.”

Jan en Taetske zijn samen met hun kinderen Lieke van 15 en Jurre van 13 afgelopen zomer verhuisd naar de Ats Bonninghawei. “Toen we twee jaar geleden de kans kregen om op deze plek een nieuw huis te laten bouwen, werden we enthousiast. Wij hadden op Boppelâns wel een behoorlijke tuin, maar Jan had nog altijd de wens om een stuk land bij het huis te hebben. Hij is opgegroeid op Laaksum, in het huis waar zijn ouders Ype en Tryntsje nog steeds wonen. Hij had vroeger wel boer willen worden, maar dat is er niet van gekomen. Hij is projectleider EI&A bij Sanco in Makkum, een bedrijf dat zich volgens de eigen website ‘bezighoudt met ontwerp, engineering, fabricage, automatisering en installatie van complete procesinstallaties, veelal geschikt voor voedingsmiddelen’ of, zoals Taetske het me uitlegt ‘een bedrijf dat machines maakt waarmee b.v. een bedrijf als Campina van melk melkpoeder kan maken’.”

Op mijn vraag of ze in de nieuwe buurtvereniging weer actief wil worden, houdt Taetske een slag om de arm. “Ik vind het belangrijk dat je als dorpsbewoner meedoet, dat je je inzet voor de mienskip. Dat leer ik mijn kinderen ook, want als iemand iets organiseert en er komt niemand, dan wordt er op een gegeven moment niets meer georganiseerd. We zijn dus wel lid geworden van de buurtvereniging, maar ik heb niet de behoefte daarin nu al actief te worden. Ik ben in het verleden vrijwilliger geweest bij de OMNI-vereniging, de overkoepelende vereniging van volleybal en judo. Ik ben betrokken geweest bij de bouw van de nieuwe gymzaal in De Treffe. We zaten met de Gemeente en WoonFriesland om tafel om het sporten in Warns betaalbaar te houden. Ik heb in de Ouderraad van Skoalfinne gezeten, daar hebben we voor het samengaan van de scholen als afscheid een groot feest georganiseerd. Ik heb tot afgelopen jaar, samen met Femke, de PKN schoongemaakt en verder doe ik op dit moment de PR voor het 20-jarig jubileum van De Spylder. Dat vind ik heel leuk, omdat het veel dingen van mijn werk raakt.”

Taetske heeft in Groningen de verkorte HBO Accountmanagement gedaan, waar vooral de vakken Marketing en Communicatie haar belangstelling hadden. Ze kan goed leren, maar ze houdt er niet zo van, ze leert liever in de praktijk. Ze heeft voor veel verschillende bedrijven en organisaties gewerkt. Meestal niet langer dan vijf jaar, dan ‘krijgt ze onrust en wil ze iets nieuws’.

“Mijn eerste baan was bij de Nationale Fietsgroep (dat later werd overgenomen door Nationale Fiets Project, bekend van de ‘Fiets-van-de-Zaak’). Samen met een collega heb ik daar de ‘Fiets-naar-je-Werk dag’ bedacht, dat is nog steeds elk jaar in mei een terugkomend iets. Ik heb in Zwolle gewerkt bij een Consultancybureau, waar ik o.a. opdrachten heb gedaan voor Arriva. Ik heb bij Bedrijfsfruit in Amsterdam gewerkt. Dat bedrijf zette fruit neer bij bedrijven voor het personeel. Nu is dat heel gewoon, maar toen was dat nieuw. Vanuit dit bedrijf heb ik met Europese subsidies ‘Fruit-op-School’ gecoördineerd. Bij Smeding Groenten en Fruit heb ik ‘Fruit-naar-het-Werk’ opgezet om vervolgens als marketeer Foodservice in Sint Annaparochie voor hotels en restaurants de marketing te gaan doen. Ik heb hele leuke dingen gedaan, soms in loondienst en soms als zzp’er. Mijn motto is dat ik altijd plezier in mijn werk moet hebben. Gaat het werk me energie kosten, dan wordt het tijd om iets anders te gaan doen. De afgelopen drie jaar heb ik verschillende opdrachten binnen Arriva gedaan. Hier is mijn netwerk in Friesland flink uitgebreid en dat heeft me bij mijn huidige opdracht gebracht. Ik kwam met Foppe van der Veen in contact, één van de bedenkers van Spektakel Musical ‘De Tocht’, de musical over de ‘volgende Elfstedentocht’, de Elfstedentocht die dus nog moet komen. Tegen hem heb ik gezegd: ‘als je straks mensen nodig hebt, denk dan even aan mij’. En zo ben ik als zzp’er vorig jaar december begonnen bij ‘De Tocht’.

‘De Tocht’ wordt een musical met landelijke allure, die misschien wel een beetje te vergelijken is met Soldaat van Oranje, een echte beleving. Er wordt speciaal voor deze musical in Leeuwarden een theater gebouwd met een ijsbaan erin. Het verhaal gaat over vijf vrienden die 25 jaar geleden bij de laatste Elfstedentocht (ze waren toen te jong om mee te schaatsen) hebben afgesproken dat ze hem zullen gaan schaatsen als hij weer komt. En nu komt ie…. Op 1 oktober 2023 is de première.

“Ik ben bij ‘De Tocht’ verantwoordelijk voor de theaterservices, dus voor alles wat er moet gebeuren buiten de musical zelf om. Het is voor mij een hele nieuwe wereld. Ik heb heel veel marketing en communicatie gedaan, maar hier mag ik de diepte in. Ik mag bijvoorbeeld meedenken over het ontwerp en de aankleding van de foyer, wat er op het menu komt te staan en over de arrangementen die bezoekers kunnen boeken. En zo doe ik nog veel meer. Superleuk werk en heel breed! Ik heb zelf in 1997 de laatste Elfstedentocht meegemaakt, ik was toen een jaar of 15. Wat daarvan vooral is blijven hangen, is dat we met een stel vrienden van Bolsward naar Sneek fietsten, dat het heel koud was en dat we stiekem van die Feigling flesjes opdronken op het fietspad.”

Dat Taetske een drukke baan heeft, is me duidelijk. Maar ze heeft moeten leren doseren, omdat ze in 2011 een whiplash heeft opgelopen bij een auto-ongeluk. “Ik heb daar een jaar lang heel veel last van gehad en nog steeds blijft mijn nek een zwakke plek. Ik heb moeten leren niet over mijn grenzen te gaan en dat vind ik moeilijk, omdat ik heel veel dingen leuk vindt en me altijd voor 100% geef. Ik ben een echte generalist en verbinder, meer dan een specialist. Net als bij volleybal waar ik letterlijk de spelverdeler ben, de verbinder in het spel, die rol past bij me. Ik ben nu 41, in het begin vond ik het moeilijk om een generalist te zijn. Ik vond altijd dat specialisten meer waarde toevoegen aan een team, ondertussen weet ik wel beter, het is juist heel waardevol om een goede generalist zijn.”

Taetske heeft zich afgevraagd of ze wel interessant genoeg is voor een verhaal in de Warnser Poarte, want zegt ze “wat heb ik nou te vertellen?” Na ons gesprek heb ik de grootste moeite om het verhaal van deze spraakwaterval zo in te korten dat het op een paar bladzijden in de Warnser Poarte past. ‘Alles-of-niets Taetske’, zoals Jan haar weleens noemt, de duizendpoot die energie krijgt van hard werken en die tien (en misschien wel meer) ballen tegelijk in de lucht kan houden. “Het helpt dat Jan en ik uit hetzelfde hout zijn gesneden, dat we allebei houden van hard werken en dat hij een stabiele baan heeft. Dat geeft mij de ruimte om iedere paar jaar op zoek te gaan naar iets nieuws en een beetje te freewheelen.”

Wilma Deurloo