Dukke zingt in hetzelfde koor als ik en ze woont vlakbij me. Ik ben benieuwd wie deze vriendelijke, goedlachse vrouw is. Na enige aarzeling stemt ze gelukkig toe in een gesprek.
“Ik heb net vanmorgen een brief gekregen van een schoonzus uit Californië. Ze schrijft dat ze op de kalender zag dat Jelke, mijn man, op 14 februari 85 jaar zou zijn geworden. Die datum was voor de familie in Amerika altijd makkelijk te onthouden, want Jelke was jarig op Valentijnsdag en dat wordt daar altijd groots gevierd. Jelke had twee broers die in Californië wonen en inmiddels woont onze oudste zoon Siebren daar ook al bijna 30 jaar. Tussen 1985 en 2010 zijn wij 10 keer de oceaan overgevlogen om ze te bezoeken. Het is nu negen jaar geleden dat Jelke overleed. Drie jaar na zijn overlijden ben ik samen met mijn twee kleindochters Marrit en Anneriek naar Amerika geweest, dat vond ik heel bijzonder. Twee jaar geleden ben ik er nog een keer geweest met mijn dochter Feikje en mijn zoon Jorrit. Ik denk niet dat ik nog een keer ga, ik ben 81 jaar en het wordt me teveel.
Ik ben geboren en opgegroeid in Spannum, bij Wommels. Ik ben het derde kind uit een gezin van zeven. Na de lagere school mocht ik van mijn ouders naar de MULO en daarna naar de Vormingsklas in Bolsward. Het was in die tijd helemaal niet zo vanzelfsprekend dat je als meisje mocht ‘doorleren’. Net nadat ik klaar was met de Vormingsklas, ging er in Bolsward een nieuwe lerarenopleiding van start en daarvoor werden leerlingen gezocht. Mijn ouders gaven me toestemming om de opleiding tot lerares huishoudvakken te gaan volgen. Nadat ik de opleiding had afgerond, heb ik voedingsleer en kookles gegeven aan een Huishoudschool in Berlikum.
In 1963 ben ik getrouwd met Jelke Jacobi. In die tijd moest je als vrouw je baan opgeven als je trouwde. Jelke en ik zijn toen samen op zoek gegaan naar een boerderij die we zouden kunnen overnemen. Die vonden we in Warns, aan ’t Sou. Ik heb me vanaf het begin thuis gevoeld in Warns. Heel toevallig woonde er vlakbij mij iemand die samen met mij de opleiding in Bolsward had gedaan. Wij kregen ongeveer tegelijk ons eerste kind en als onze mannen dan tussen 16.00 en 18.00 uur gingen melken, wandelden wij samen met onze kinderwagens door het dorp. Dat was een leuke tijd en het heeft mij zeker geholpen om hier in te burgeren.
Mijn man en ik hebben een mooi bedrijf opgebouwd met ongeveer 40 koeien. Ik hielp wel mee op de boerderij, maar koeien melken kon ik niet. Dat was in die tijd niet gebruikelijk, dat een boer trouwde met een vrouw die niet melken kon. Meestal trouwde een boer een boerendochter die het wel kon. Jelke verzorgde het vee en ik deed de administratie en de kinderen. Ik vond het prettig dat wij ieder onze eigen taak hadden in het bedrijf en Jelke was blij dat hij de administratie niet hoefde te doen, want dat was niks voor hem. Naast mijn werk op de boerderij ben ik 16 jaar ouderling geweest in de kerk en ben ik al jaren lid van de Plattelandsvrouwen. Ik zing bij het koor Crescendo, ik doe nog steeds bezoekwerk voor de kerk, ik zwem elke week en ik ga elke 14 dagen naar de breiclub in De Treffe. Verder fiets ik graag.
Een grote hobby van Jelke was het fokken van koeien, daar heeft hij veel prijzen mee gewonnen. Om het melkgeld op te halen – dat werd in die tijd nog contant uitbetaald – ging hij elke 14 dagen naar het café en dan bleef hij daar gezellig een tijdje praten met de andere boeren.
We hebben drie kinderen gekregen, een dochter en twee zoons. Siebren, de oudste, woont met zijn gezin in Californië. Hij is bedrijfsleider op een groot veebedrijf met 3.000 koeien. Als jonge jongen hield Siebren van uitgaan en plezier maken. Wij botsten in die tijd weleens omdat hij moeite had zich aan de huisregels te houden. Hij is als jonge jongen in Nieuw-Zeeland gaan kijken of hij daar zou willen werken. Op de terugweg reisde hij over Californië, waar twee broers van Jelke woonden en werkten als boer. Siebren heeft toen besloten daarheen te emigreren en daar woont hij nog steeds. Hij is met een Amerikaanse vrouw getrouwd en heeft drie kinderen. Ik mis hem wel, als er iets te vieren valt is hij er niet bij. Vorig jaar is hij met zijn vrouw en kinderen drie weken overgekomen, dat was prachtig.” Dukke laat me een foto op canvas zien waar de hele familie opstaat. “Die is in die zomer gemaakt. Er mist er wel een en dat is Jelke. Wat zou hij het mooi hebben gevonden om erbij te zijn. Net als dat hij het mooi gevonden zou hebben dat een kleinzoon goed is met kaatsen en dat een kleindochter plezier heeft in het fokken van koeien.
Feikje en Jorrit zijn in Warns blijven wonen. Feikje werkt als fysiotherapeut in Bolsward en Jorrit heeft met zijn gezin onze boerderij overgenomen.
Familie is erg belangrijk voor me, ik ben wel een beetje familieziek. Ik vind het heel fijn dat ik de kinderen en kleinkinderen om me heen heb. Als de kleinkinderen naar school fietsen, dan zwaaien ze als ze langs komen, daar geniet ik van. En als ik naar de Coöp fiets in Stavoren dan rijd ik over de dijk terug, dan kom ik langs het huis van Harmen en Feikje en daarna langs de boerderij van Jorrit en Anke. Met hun lees ik samen de krant, die geef ik dan af en soms doe ik even een bakje koffie.
Ik heb het goed naar mijn zin in Warns, ik heb Spannum nooit gemist. Met mijn mede-cursisten van de opleiding in Bolsward heb ik nog steeds contact. Toen de school 10 jaar geleden 50 jaar bestond, was er een reünie georganiseerd. De vrouwen waarmee ik destijds de opleiding deed, hebben toen besloten om elk jaar een reünie te houden. We waren met z’n tienen en we zijn er nog allemaal. Dat is ook best bijzonder, we zijn allemaal boven de 80! Elk jaar komen we bij elkaar bij één van ons thuis. Dit jaar is het 60 jaar geleden dat wij zijn geslaagd. Het idee is om het dit keer niet bij iemand thuis te doen, maar in een gelegenheid in Bolsward, omdat we daar de opleiding hebben gedaan.”
Dat het belangrijk is om familie en vrienden om je heen te hebben, met name als je ouder wordt en je partner is weggevallen, dat weten we natuurlijk wel. Maar hoe belangrijk dat in feite is, is me door het gesprek met Dukke weer eens duidelijk geworden. Zeker een familiemens als zij mag zich gelukkig prijzen dat ze kinderen en kleinkinderen om zich heen heeft. Het verzacht de ongemakken en het verlies die de ouderdom nu eenmaal ook met zich meebrengt.
Wilma Deurloo