“Gastvrijheid en sfeer zijn voor mij erg belangrijk”, begint Anneke als ik haar vraag hoe zij het werken als beheerder van de Spylder heeft ervaren.
“Dat heb ik van mijn beppe. Zij was daarin belangrijk voor me. Bij haar was het gezellig, er waren koekjes, er stonden bloemen op de tafel, er brandden schemerlampjes. Nee, geen kaarsjes, dat heb ik van mezelf.
Ik ben in 2004 in Warns komen wonen, ik had toen nog een volledige baan en was daardoor veel van huis. Ik wist dat ik vóór mijn 65e ging stoppen met werken. Ik had geen idee, hoe ik daarna mijn vrije tijd zou gaan invullen. Ik was bang om in een gat te vallen. Mede daarom heb ik ‘ja’ gezegd toen Renneke mij vroeg of ik beheerder wilde worden van De Spylder. Het leek me leuk, ik houd ervan om samen te werken, maar… ik wilde het niet alleen doen. Afzonderlijk van mij had Hinke Agricola aangegeven dat ook zij wel beheerder zou willen worden, maar niet alleen. Samen hebben wij toen het beheer van De Spylder op ons genomen. Wat ik heel leuk vond, was dat wij allebei wilden dat de activiteiten die plaatsvonden in De Spylder iets opleverden voor De Spylder. Want hoewel De Spylder draait op vrijwilligers moeten de kachel en de verlichting wel branden! Bovendien is er ieder jaar onderhoud nodig en er waren plannen om de foyer te verbouwen. De kosten die dat met zich meebracht, moesten verdisconteerd zijn in de prijs van de huur en de consumpties. Hinke en ik wilden wat meer ‘ondernemend’ zijn. We zijn daarom begonnen met het verhogen van de prijs van koffie en thee en de huur.
Voor het verbouwen van de foyer hebben wij Marga Houtman ingeschakeld, zij had immers indertijd de kleuren van De Spylder uitgezocht. Ik vind dat het heel mooi is geworden. Het idee om foto’s en spiegels achter de bar te plaatsen, komt van haar. Het vervangen van de spiegelgladde tegels door linoleum op de vloer achter de bar hebben Hinke en ik bedacht. Ik had ervaring als barvrijwilliger en ik vond die gladde vloer levensgevaarlijk.
Er was veel ruimte om het beheer op onze manier te doen. We hadden een duidelijke taakverdeling. Grofweg gezegd deed Hinke de ‘externe zaken’ zoals inkoop en klantcontact en ik de ‘interne’ zoals het aansturen van de barvrijwilligers, de schoonmaakploeg en het zorgen voor een goede sfeer. Hinke had veel contacten, door haar vonden veel mensen de weg naar De Spylder. In de periode dat de PKN werd opgeknapt bijvoorbeeld, kerkten zij bij ons, dat was het werk van Hinke.
Het was mijn taak om ervoor te zorgen dat er voldoende vrijwilligers beschikbaar waren en dat er vervanging was bij ziekte of afwezigheid. Ik onderhield het contact met de vrijwilligers, ik maakte afspraken over de sleutel van De Spylder en ik vroeg nieuwe mensen persoonlijk of ze vrijwilliger wilden worden. Verder zorgde ik voor bloemen in de foyer en in de zaal, omdat ik vind dat door goed ‘gastvrouwschap’ mensen zich welkom voelen. Het oog wil gestreeld worden.
Omdat ik sfeer zo belangrijk vind, heb ik misschien wel wat meer naar me toegetrokken dan strikt noodzakelijk was. Ik controleerde de zaal en de ingang vóór een voorstelling, ik verzorgde de bloemen en als er iemand uitviel dan stond ik zelf achter de bar. Nu ik beheerder-af ben, merk ik dat ik nog steeds op een ‘beheerder-manier’ kijk als ik in De Spylder ben. Ik controleer in gedachten nog steeds of er bloemen staan, of er voldoende toiletpapier is, of de handdoeken in de toiletten droog zijn, of de voordeur schoon is en of de krukken onder de tafels staan. Misschien ziet niemand het, maar toch…. Ik ga ervan uit dat dat vanzelf slijt, immers ik ben niet meer verantwoordelijk!
Ik houd van De Spylder, ik houd van het gebouw. Hoewel ik doopsgezind ben opgevoed, voelde ik me altijd al thuis in de gereformeerde kerk. Ik had vroeger een gereformeerde vriendin, met haar ben ik veel meegegaan naar de kerk. Ik vind dat je religies moet ontdekken. Ik heb zelfs nog een Bijbeltje hier liggen dat ik van haar heb gekregen. Kijk, ik heb er twee zinnen in geschreven: “dinsdag 21 augustus 1962 ben ik kind van God geworden” en ”we mogen niet roddelen”. Dat is misschien wel het begin geweest van zelfinzicht. Om me steeds af te blijven vragen: wat vind ik belangrijk in mijn leven en daar dan op te reflecteren.
Zoals gezegd kom ik zelf uit een Doopsgezinde familie. Ik heb een broer die 4 jaar jonger is dan ik. Mijn moeder is veel ziek geweest tussen mijn 4e en mijn 10e jaar en tussen mijn 12e en mijn 18e was mijn vader ziek, hij is jong overleden. Er kwamen veel gezinsverzorgsters over de vloer. Door de ziekte van mijn ouders ben ik veel alleen geweest. Er werd altijd gezegd: jij redt het wel. Dat heeft er wel voor gezorgd dat ik zelfredzaam ben geworden en creatief. Ik moest het allemaal zelf zien uit te vinden. De ziekte van mijn ouders betekende dat ik me al jong verantwoordelijk voelde voor een stuk ‘gezelligheid’ in huis. Ik zorgde voor een goede sfeer, voor het samenbindende en dat zie ik nog steeds terug in mijn leven. Aan de andere kant heeft het betekend dat ik misschien te weinig kind heb kunnen zijn, dat ik niet ben bevestigd. Nog steeds denk ik dat alles beter kan, dat het niet genoeg is. Het wordt minder, maar met name toen ik net gestopt was met werken, merkte ik dat ik die bevestiging wel weer even nodig had.
Als beheerder van De Spylder had ik altijd wel wat te doen, ik liep regelmatig met bloemen heen en weer tussen De Spylder en mijn huis, de agenda van de activiteiten en de indeling van de barvrijwilligers moest gemaakt worden, ik stuurde de schoonmaakploeg aan, kortom: als ik wilde, kon ik er mijn dagen mee vullen.
Ik ben sinds juni jl. geen beheerder meer. Hinke was in het voorjaar van 2013 al gestopt, na het jubileumjaar dat we nog samen hebben gedaan. In verband met de continuïteit wilde ik niet tegelijk met haar vertrekken. Het laatste jaar heb ik met Willemieke gewerkt, dat ging ook heel goed. Eind juni 2014 heb ik mijn stokje overgedragen aan twee nieuwe beheerders, een moeder en dochter uit Stavoren en Warns. Hoe zij de taken verdeeld hebben weet ik niet, zij mogen het op hun eigen manier doen. Er is eerlijk gezegd wel een last van mijn schouders gevallen. Als ik een taak op me neem, dan voel ik me misschien meer verantwoordelijk dan nodig is. Ik had als beheerder waarschijnlijk meer kunnen delegeren, maar dat kwam toen niet in me op.
Wat ik ervan geleerd heb? Ik heb geleerd om te gaan met allerlei verschillende mensen die allemaal hun eigen ideeën hebben en die zich allemaal betrokken voelen; ik heb geleerd dat mensen zijn zoals ze zijn en dat er achter kritiek een heel eigen wereld van persoonlijke waarden en normen schuilgaat. Een compliment en een kwinkslag kunnen energie gevend zijn! Dat heb ik ook geleerd.
De Spylder blijft voor mij het warme hart van het dorp. Ik ben lid geworden van de Kulturele Kommisje, op die manier blijf ik betrokken bij De Spylder en de gemeenschap.
In juni is mijn buurvrouw Lies overleden, een waardevol mens is weggevallen, een persoonlijkheid, een wijze vrouw. Ik had een bepaalde relatie met haar opgebouwd. Je merkte haar niet, maar ze was er wel. Ik mis haar vooral om de fijne intense gesprekken die we hadden. Ik ben iemand van 1-op-1 gesprekken, ik vind het lastig om mee te praten in een groep.
Doordat ik geen beheerder meer ben, heb ik tijd voor andere dingen. Ik doe een cursus keramiek, ik zit in een filosofiegroep en ik speel accordeon bij ’s Koar. Ik werd hiervoor door Pytsje gevraagd. Toen ik zei dat ik niet goed meer kon spelen (ik had het 40 jaar niet gedaan!) zei ze: dat zullen we dan weleens zien…
Wat ik verder prettig vind nu ik beheerder-af ben, is dat ik zomaar spontaan weg kan gaan zonder dat ik me zorgen hoef te maken over De Spylder. Alleen van mijn katten mag ik niet te lang van huis, dan gaan ze kattenkwaad uithalen… Onlangs was ik twee dagen weg en toen ik terugkwam keek één van mijn katten me de eerste dag niet aan, zo verongelijkt was ze dat ik was weggebleven! Ik ben dol op mijn katten, zij zijn mijn kunstkinderen, ze geven me veel warmte en liefde.”
Wilma Deurloo