Skarlerdyk 4A – Een kijkje achter de voordeur van Anneke Piersma

In de tijd dat Anneke en ik op hetzelfde streekje wonen, zien en spreken wij elkaar regelmatig. Sinds Fritjof en ik verhuisd zijn naar ’t Noard komt het er niet meer van.

Op de een of andere manier lijken de Skarlerdyk en ’t Noard mijlenver uit elkaar te liggen. Tot Anneke een tijdje geleden weer eens bij mij op de koffie komt en we ontdekken dat we nog lang niet zijn uitgepraat. Als ik Anneke vertel dat ik overweeg om te stoppen met mijn verhaaltjes in de Warnser Poarte, omdat ik ‘moe word’ van het zoeken naar mensen die zich willen laten interviewen, biedt zij zichzelf spontaan aan. “Want, zegt ze, ik denk dat bijna iedereen het leuk vindt om jouw verhaaltjes te lezen en dan vind ik dat we er met elkaar voor moeten zorgen dat die verhaaltjes blijven komen, omdat het de Warnser Poarte zoveel leuker maakt om te lezen.” En zo fiets ik op een dag naar de Skarlerdyk voor een gesprek.

“Ik ben zo blij dat het regent”, zo begint Anneke, “de tuin vindt het zo fijn.” Binnen branden kaarsjes, er staan veel bloemen en de tafel staat vol met beeldjes en poppetjes. “Ik vind het zo belangrijk dat ik blij word van mijn huis, daar doe ik mijn best voor. In 2004 huurde ik tijdelijk een vakantiehuisje in Warns en bezocht ik op Tweede Kerstdag het Kerstconcert in De Spylder. Ik was meteen verliefd op het gebouw, de kleuren, de eenvoud en de eigenheid. In januari 2005 ging ik op zoek naar een huis en op 1 april 2005 (geen grap) tekende ik de voorlopige koopakte van dit huis. Het was niet mijn droomhuis, maar het had potentie om er iets moois van te maken en daar ben ik sinds die tijd mee bezig. Ik heb een ingebouwde vitrine-, boeken-, muziek- en televisiekast laten bouwen. Boeken zijn voor mij heel belangrijk. Als ik mijn leven mocht overdoen, dan zou ik graag een eigen boekwinkel hebben. Als ik in mijn huis om me heen kijk, sta ik er versteld van hoeveel verhalen hier zijn binnengeslopen. Ieder dingetje – hoe klein ook – heeft zijn verhaal. Zelf gemaakt, gekregen of aangeschaft, alles heeft een plek in mijn hart, net als mijn poezen. Die hebben elk hun eigen-aardig-heden en zijn van onnoembare waarde. Als ik door één van de ramen naar buiten kijk, heb ik uitzicht op een schilderij dat van moment tot moment verandert. De kleur van de lucht die van alle tinten grijs verandert naar verschillende tinten blauw, paarsrood en oranje, het is niet te beschrijven en voor mij elke keer weer een diepe belevenis. Ook het zicht op de tuin is ontroerend. De eerste sneeuwklokjes, helleborissen, narcissen, longkruid, de bloeiende magnolia en de prunus. Zelfs het onkruid is prachtig! Wat een rijkdom!” Ik ken Anneke’s liefde voor de natuur. Ik herinner me nog dat ze beheerder was van De Spylder. Samen met anderen verzorgde zij er de boeketten met bloemen uit eigen tuin (of uit tuinen in het dorp). Die boeketten waren altijd prachtig!

Anneke is opgegroeid als oudste kind in een boerengezin met een jongere broer. “Met mijn moeder had ik een lastige verhouding, ze was nogal kritisch. Mijn vader was een creatieve man die helaas op zijn 43e een hartaanval kreeg, waaraan hij is overleden. Ik heb hem altijd gemist en met name de laatste tijd denk ik veel aan hem. Ik ben vrij jong getrouwd, ons huwelijk bleef kinderloos. Om een andere invulling te geven aan mijn leven heb ik me op mijn werk gestort. Na mijn opleiding tot kook- en huishoudlerares heb ik gekozen voor een baan als sociaaleconomisch voorlichtster bij een landbouworganisatie. Dat werk vond ik fantastisch, het werd en was mijn leven! In het begin gaf ik adviezen over het bouwen en verbouwen van het woongedeelte van een boerderij. Ik was er namelijk achter gekomen dat een boer en boerin soms moeite hadden met het lezen van bouwtekeningen – met name de doorsneden – of met het lezen van een bestemmingsplan. Dat was voor mij dan het moment om daarvoor een cursus te ontwikkelen! Hierdoor ontstonden er, in samenwerking met andere sociaaleconomische voorlichtsters, cursussen over ‘Wat regelt de wet en wat willen wij regelen’ (over erfrecht en huwelijksgoederenrecht), testamenten, beloning meewerkende kinderen en maatschappen. Ik heb aan de wieg gestaan van de eerste Man-Vrouw Maatschap in Nederland. Ik ben sociaaleconomisch voorlichtster geweest bij de Veenkoloniale Boerenbond en bij de Groninger Maatschappij van Landbouw. Het langst heb ik gewerkt als trainer/ opleider bij Agra Management/Movaeres in Emmeloord en Dronten, een instituut dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van mens, bedrijf en organisatie.

Op het moment dat de passie uit mijn werk verdween, ging ik steeds op zoek naar een nieuwe uitdaging. Binnen het werk konden dat nieuwe werkvormen zijn of het ontwikkelen en opzetten van nieuwe cursussen, buiten het werk volgde ik dan een opleiding om mezelf bij te spijkeren. Op 37-jarige leeftijd volgde ik een intensieve, internationale training in Wageningen. Daar ontdekte ik dat er meer in het leven was dan voorlichting geven. Ik heb er een fantastische tijd gehad!

Ik was bijna 50 toen ik borstkanker bleek te hebben. Ik had op dat moment een relatie en ben toen met deze man gaan samenwonen. Hij heeft me tijdens mijn ziekte geweldig gesteund en verzorgd. Helaas is de relatie na zeven jaar op de klippen gelopen. Na mijn verhuizing naar Warns volgde ik een 2-jarige opleiding tot beeldend kunstenaar. Na verloop van tijd leek de kanker verdwenen, maar een paar jaar geleden is de ziekte teruggekomen. Daardoor is beeldhouwen te belastend voor mijn schouders, dat kan ik dus niet meer. Gelukkig kan ik van keramiek nog wel mooie objecten maken.

Om een inspirerend leven te leiden, heb ik veel geïnvesteerd in het levend houden en onderhouden van vriendschappen. Want, hoewel het leven een feest is, moet je wel ‘zelf de slingers ophangen’. En als je in de put zit, is er altijd wel ergens een laddertje te vinden om eruit te klimmen. De vraag ‘hoe het mij verder zal vergaan’ houdt mij wel bezig. Wat ik jammer vind, is dat ik geen kleinkind heb dat ik kan verwennen. Mijn oma – de moeder van mijn moeder – was een fantastische vrouw. Door haar werd ik verwend en ik leerde veel van haar. Wat ik me nog goed herinner, is dat ik mijn eerste vulpen van haar kreeg en dat we samen hele gesprekken hadden over hoe we dingen beleefden en wat belangrijk voor ons was. Ze was een vrouw met een brede belangstelling, ze oordeelde en veroordeelde nauwelijks, een wijze vrouw. En… ze speelde prachtig piano.”

Als ik Anneke hoor vertellen over haar oma, dan hoor ik haar praten over zichzelf. Ze is zelf een wijze vrouw geworden, een vrouw die haar leven lang is blijven ‘leren’, een vrouw die wil delen hoe ze dingen beleeft en wat belangrijk voor haar is. Een inspirator en motivator. En nog steeds is ze niet uitgeleerd: accordeon spelen kon ze al, nu is ze bezig het saxofoon spelen onder de knie te krijgen… “Ik speel, samen met andere mensen, in Mienskipsorkest Top en Twel. Het mooie van samen muziek maken is dat de klank voller is en dat er met meer plezier wordt gespeeld. Samen zet je de toon en geef je vorm en inhoud aan de muziek. Eén instrument klinkt niet half zo mooi als het totale orkest. Ieder instrument draagt haar eigen karakteristieke klank bij aan het orkest. De ene keer moet je je inhouden om op het volgende moment weer voluit te gaan. Luisteren naar de instrumenten van je medeorkestleden, samen op hetzelfde moment inzetten en de klank laten wegsterven, dat is een kunst. Daar geniet ik enorm van.

Wat ik in deze fase van mijn leven leer, is dat ik geen zorgen hoef te hebben over de toekomst. Tijdens mijn ziekte kwamen er spontaan mensen op mijn pad die naar mij omkeken, die mij er doorheen sleepten als het moeilijk was. Een grote les voor mij is loslaten en leren omgaan met onzekerheid, want ik weet niet hoe het leven zal verlopen en hoe het einde zal zijn. Daar zou ik me druk om kunnen maken, maar dat lost niks op. Omgaan met onzekerheid is een les die we allemaal moeten leren. Loslaten van de controle, ons overgeven aan wat er is, dat zijn belangrijke levenslessen. Leven bij de dag en genieten van de schoonheid van de natuur en de mensen om mij heen, van de zingende vogels, de fladderende vlinders, insecten en geurende rozen, het maakt me blij, ik voel me een gelukkig en tevreden mens.”

Ik herinner me dat in de tijd dat Anneke als beheerder van De Spylder verantwoordelijk was voor alle vrijwilligers, dat er bij elk mailtje dat zij stuurde, een gedichtje stond. Een gedicht mag hier dus zeker niet ontbreken.

It Cirque fan Gavarnie (Waterval in de Pyreneeën)

Berg dêr stjist do, bestjist do.
Yn folsleine pracht list alles oer dy hinne komme,
ûndergiest it sûnder dyn eigenhied, dyn karakter te ferliezen.
Foarjier, simmer, hjerst en winter bespielje dy.

Fan fjirren liket dyn úterlik itselfde te bliuwen.
Sa no en dan hear ik dy grommeljen,
sjuch ik stiennen omleech fallen….
Ek do feroarest!

Hjoed bin ik hiel ticht by dy, ik kin dy oanreitsje.
Foar my bist do in oerweldigjende ûntsachlikke greathied.
By dy fiel ik my as in plúske fan in hynsteblom,
sa bin ik d’r en sa nimt de wyn mei my.
It libben is as in sucht!

Anneke Piersma

Het was weer een heerlijk gesprek met een inspirerend mens. Ik merk dat het mij aan het denken heeft gezet over mijn eigen leven, waarin ook ik zal moeten loslaten. Ik kan nog heel wat van haar leren en ik verheug me op de gesprekken die we nog zullen hebben.

Wilma Deurloo