Dorpsbelang Warns: dit rapport, bestaande uit 29 pagina’s is oorspronkelijk uitgegeven in PDF.
Om de inhoud toegankelijker te maken is het omgezet naar deze pagina. Voor de leesbaarheid zijn voetnoten verwijderd. Mocht u het oorspronkelijke rapport in PDF willen ontvangen, neem dan contact op met info@warns.nl
Henk Struik,
Algemeen bestuurslid DB Warns
Cultuurhistorische analyse en waardering
Inleiding
De haven van Laaksum (Nederlands: Laaxum) ligt in het uiterste zuiden van de gemeente Súdwest-Fryslân en wordt wel het kleinste zeevissershaventje van Europa genoemd. De haven werd aan het begin van de 20ste eeuw aangelegd als vluchthaven voor vissers langs de Friese Zuiderzeekust. De geschiedenis van het nabijgelegen gehucht Laaksum gaat terug tot in de middeleeuwen. Tegenwoordig kent het haventje vooral een recreatieve functie en is het een bijzondere plek langs de voormalige Zuiderzeedijk waar toeristen graag komen. Net als de zeedijk, de karakteristieke kliffen van Gaasterland en ander maritiem erfgoed, zoals strekdammen en palenrijen, vormt het haventje van Laaksum een uniek stukje cultureel erfgoed dat herinnert aan de geschiedenis van de Zuiderzee. Laaksum is bij uitstek een plek waar het bijzondere verhaal van de Friese Zuiderzeevisserij vertelt en ervaren kan worden. Het havencomplex ligt tussen de voormalige zeedijk en het IJsselmeer en bestaat uit een havenkom met twee havenhoofden en een betonnen binnenmuur. Verder kunnen ook de bestrate kade, de voormalige visrokerij ‘De Hang’, de taanketels (nettenopslag) en de houten gebouwtjes op de kade tot het havencomplex worden gerekend. Het geheel is met uitzondering van de bebouwing eigendom van het Wetterskip Fryslân en wordt gepacht door de gemeente Súdwest-Fryslân, die verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud. Het havencomplex maakt deel uit van een breder ensemble, waartoe ook de zeedijk, de buitendijkse vissershuisjes, de natuurlijke kliffenkust en de oude havenkom worden gerekend. De gemeente heeft Cultuurland Advies gevraagd om een cultuurhistorische analyse en waardering uit te voeren voor het havencomplex van Laaksum. Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de haven en de directe omgeving. Die waarden liggen niet zo zeer in de individuele objecten of historische bouwkunde, maar juist in het ensemble, de landschappelijke ligging en het verhaal van de plek. Het onderzoek kan als onderlegger dienen bij toekomstige planvorming en het beheer van de haven. Zo kan er bij nieuwe plannen op een zorgvuldige manier rekening worden gehouden met het landschap en de geschiedenis van de plek. In de toekomst komt de haven van Laaksum mogelijk in aanmerking voor de status van gemeentelijk monument, waarbij dit onderzoek ook als uitgangspunt genomen kan worden. De voormalige rokerij is reeds aangemerkt als gemeentelijk monument. Methode Dit rapport bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt de historische context van het havencomplex, Laaksum en het omliggende landschap geschetst. In het tweede deel volgen de waardering en enkele aanbevelingen. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van een breed scala aan bronnen, waaronder historische kaarten, luchtfoto’s, ondergrondmodellen, literatuur, krantenartikelen en historische foto’s. Omdat er al veel bekend is over de haven van Laaksum is er geen archiefonderzoek uitgevoerd. Op 15 maart 2023 heeft er een veldbezoek plaatsgevonden om de actuele staat en gaafheid van het havencomplex te beoordelen. Voor de waardering is gebruik gemaakt van een wetenschappelijke waarderingsmethodiek op basis van de criteria
- kenmerkendheid
- ensemblewaarde
- gaafheid en
- zeldzaamheid
zoals ook voor de Landschapsbiografie van de Súdwesthoeke gebruikt is.
Deel I. Historisch-geografische context
1.1 Het natuurlijke landschap
Laaksum ligt op een natuurlijke hoogte in het landschap die tijdens de voorlaatste ijstijd werd gevormd. Het maakt onderdeel uit van een reeks keileemafzettingen, waar ook de bekende kliffen en heuvels van Gaasterland toe behoren. Tijdens het Saalien (ca. 370.000 tot 130.000 jaar geleden) bedekte een ijskap vanuit Scandinavië een groot deel van Nederland. Door de schuivende beweging en de enorme druk van het ijs werd de ondergrond opgestuwd. Het ijs voerde stenen en allerlei ander materiaal met zich mee, dat door de schurende werking en het gewicht van het ijs werd fijngedrukt tot keileem. Het keileem vormt een ondoordringbare laag in de ondergrond en ligt in Laaksum dicht aan de oppervlakte.
Omdat de ijskap zich later weer over de opgestuwde afzettingen terugtrok zijn de heuvels in Gaasterland flink afgevlakt. In de laatste ijstijd, het Weichselien (ca. 116.000 tot 11.700 jaar geleden) bereikte het Scandinavische landijs Nederland niet. Wel was het erg koud en heerste er een poolklimaat, waarin nauwelijks begroeiing voorkwam. De combinatie van het kale landschap en sterke wind zorgden ervoor dat er veel zand ging verstuiven, dat als een deken over het landschap werd afgezet. Omdat er veel water in de ijskappen lag opgeslagen, lag een deel van de Noordzee droog, waaruit ook veel zand tot verstuiving kwam. Gaasterland en de voormalige Zuiderzeekust behoren tot de weinige plekken in Fryslân waar dit gestuwde landschap uit de voorlaatste ijstijd nog aan het oppervlakte ligt.
Omstreeks 11.700 jaar geleden brak er een nieuwe geologische tijdsperiode aan waarin we vandaag de dag nog steeds leven; het Holoceen. Het klimaat begon in rap tempo op te warmen en het landschap raakte begroeid. Op de hogere delen van het landschap kwamen bossen tot ontwikkeling, in de natte laagtes groeiden uitgestrekte veenmoerassen die zich steeds verder uitbreidden. De natuurlijke keileemhoogtes en zandruggen vormden eilandjes in het verder natte, lage landschap en werden al in de prehistorie bewoond. Ten zuiden van waar nu Laaksum ligt bevond zich een brede zone met veenmoerassen en verderop het grote binnenmeer dat het Almere werd genoemd. Al zeker sinds de Romeinse tijd stond het Almere via het Vlie in verbinding met de Noordzee. In de loop der tijd breidde het Almere zich steeds verder uit en werden de kustmoerassen weggeslagen. Uiteindelijk veranderde het Almere in de vroege middeleeuwen in een binnenzee; de Zuiderzee. In het verleden staken de keileemheuvels van Gaasterland verder in zuidelijke richting uit. Door afkalving door de Zuiderzee zijn hier de karakteristieke kliffen zoals het Roode klif, het Mirnser Klif en het Oudemirdumerklif ontstaan.
1.2 Geschiedenis van Laaksum
De geschiedenis van het gehucht Laaksum gaat terug tot in de middeleeuwen. De eerste vermelding van Laaksum (Laxnum) stamt uit een 13e-eeuwse kopie van een document uit 1132. In verschillende oorkonden van het verdwenen Sint-Odulphusklooster in Stavoren uit de 12e en 13e eeuw is sprake van een kerk of parochie te Laaksum. Mocht er inderdaad een kerk in Laaksum hebben gestaan, dan moet deze reeds in de 13e eeuw naar Scharl zijn verplaatst, zo blijkt uit de historische bronnen.2 In de daaropvolgende eeuwen komt de naam Laaksum in verschillende vormen (Laxen, Laxenen, Laezenen, Laxnum, Laexum …) voor in diverse documenten. Laaksum heeft zich nooit ontwikkeld tot een echt dorp, de bewoning is er altijd beperkt gebleven tot enkele huizen en boerderijen. Dat heeft vermoedelijk te maken met de geïsoleerde ligging en de slechte bereikbaarheid van het plaatsje aan de uiterste zuidkust van Fryslân. Laaksum was over het land slecht ontsloten en lag vrij afgelegen. De zeedijk vormde de belangrijkste verbinding en deed dienst als weg in de richting van Stavoren en Gaasterland. Verder was er in noordelijke richting een voetpad naar Warns. De wegen en paden in het binnenland waren met name tijdens de natte wintermaanden slecht toegankelijk. Over de geschiedenis van Laaksum vóór ca. 1850 is daarom weinig te zeggen, behalve wat we van de visserij weten. Noemenswaardig is nog de slag bij Laaksum in 1498, die anders dan de naam doet vermoeden niet plaatsvond in Laaksum, maar in het nabijgelegen Warnser Zuiderburen, iets ten noorden van Laaksum. De slag bij Laaksum moet niet verward worden met de slag bij Warns uit 1345, waarbij het leger eveneens bij Laaksum aan wal zou zijn gekomen.3 Op de eerste kadastrale kaarten uit het begin van de 19e eeuw bestaat Laaksum uit een aantal vissershuizen en één boerderij. Vanaf dit punt is het mogelijk om aan de hand van kadastrale archieven een nauwkeurige reconstructie te maken van de bewoningsgeschiedenis. Dat voert voor dit onderzoek echter te ver. Voor meer informatie over de bewoners van Laaksum verwijzen we naar het boek dat D. Huizinga schreef ter ere van het 100-jarige bestaan van de haven.
1.3 Leven met de zee
Rond de 11e eeuw werd in Friesland begonnen met de aanleg van de eerste zeedijken. Door de aanhoudende uitbreiding van de Zuiderzee braken deze eerste dijken regelmatig door en moesten ze steeds verder landinwaarts worden gelegd. Er werden met enige regelmaat grote delen land weggeslagen, wat resulteerde in een zeer grillige kustlijn. Al sinds het ontstaan van de Zuiderzee werd er door de kustbewoners gevist op allerlei soorten vis. Ook in Laaksum waren al in de late middeleeuwen vissers actief. Met kleine vissersbootjes voer men vanaf de huizen aan de zeedijk de zee op. Men viste er onder meer op bot, ansjovis en paling. De visstand kon per jaar sterk verschillen, het leven als visser op de Zuiderzee bleef daarom voor velen een onzeker bestaan. In de loop der eeuwen ontwikkelde zich in de vissersgemeenschappen langs de Zuiderzee een eigen cultuur. Voor meer informatie over dit onderwerp verwijzen we naar de Cultuurhistorische IJsselmeerbiografie van Friesland. Natuurlijke havens Tot het begin van de 17e eeuw concentreerde de visserij in dit deel van Friesland zich rond Mirns. Daar bevond zich een natuurlijke inham in de kustlijn, die als haven werd gebruikt door de inwoners van Mirns, Bakhuizen en vermoedelijk ook Laaksum. Bij slecht weer lagen de schepen hier relatief veilig. In 1632 werd deze inham ingepolderd en werd de Wielpolder gevormd. Daarmee waren achterliggende landerijen weliswaar beter beschermd tegen stormvloeden en dijkdoorbraken, voor de vissers betekende het een zware klap. De vissersgemeenschap maakte bezwaar tegen de plannen maar wisten de inpoldering niet tegen te houden. Na de inpoldering van de Wielpolder zagen de vissers uit Mirns en Bakhuizen zich genoodzaakt om hun vissersboten te verplaatsen in de richting van Laaksum. Iets ten zuidoosten van Laaksum was namelijk ook sprake van een natuurlijke inham in de kustlijn, weliswaar veel kleiner dan die bij Mirns. Op oude kaarten zien we deze landvorm nog terug, en ook op huidige luchtfoto’s en de hoogtekaart is de inham nog te herkennen. Waarschijnlijk bood deze natuurlijke haven slechts minimale bescherming bij slecht weer en slibde bij bovendien snel dicht. Vanwege het ondiepe water voor de kust viste men vanuit Laaksum met kleine aken en jollen. De grote zandbanken zoals het Vrouwenzand, die vlak voor de kust van Laaksum begonnen, zorgden voor problemen. Met name voor grotere schepen was het niet te doen om langs het Vrouwenzand te navigeren. Er strandden regelmatig schepen op deze zandbank.
De eerste havenkom
De visserij vanuit Laaksum ging in de daaropvolgende eeuwen gestaag door. Aan het einde van de 19e eeuw was met name de ansjovisvangst een belangrijke bron van inkomsten en was het tijdens het seizoen druk in Laaksum. Daarmee nam ook de vraag naar een haven toe. Omdat de natuurlijke haven bij Laaksum niet voldoende bescherming bood, begon men aan het einde van de 19e eeuw na te denken over alternatieven. Vanwege een gebrek aan draagvlak en financiële middelen begon men omstreeks 1875 met het graven van een kleine havenkom dichtbij de natuurlijke haven. Deze haven werd door de vissers uit Laaksum, Scharl en omstreken zelf gegraven. Het ging om een kleine kom, ongeveer 250 meter ten zuidoosten van de huidige haven. Ook hier kreeg men echter al snel te maken met een snelle dichtslibbing, het kleine haventje bood bovendien onvoldoende bescherming bij harde wind en er was geen strekdam of havenhoofd om de golven te breken. Wel werd er een palenscherm aangelegd, zoals te zien is op kaarten uit deze periode. De oude havenkom is slechts enkele decennia in gebruik geweest. De restanten ervan zijn nog altijd herkenbaar in het landschap als een dichtgegroeide poel.
Deze kaart uit 1898 is niet alleen interessant omdat de palenrijen en kustverdediging er in detail op staan aangegeven, maar ook vanwege de aanwezigheid van de haven. Dit moet de rond 1875 gegraven havenkom zijn, die zoals uit deze kaart blijkt was voorzien van een paalwerk. Ook vallen enkele buitendijkse gebouwtjes op.
Op de topografische kaart uit 1910 staat de laagwaterlijn tussen Laaksum en Mirns met een stippellijn weergegeven. Het gebied ten noorden van de lijn stond alleen nog bij vloed onder water. Dat maakte het lastig om vanuit dit gebied de zee op te varen.
Hoewel de Zuiderzee voor de vissers de voornaamste bron van inkomsten was, vormde het water altijd een groot gevaar. In de loop der eeuwen werden de zeedijken steeds verder opgehoogd, verbreed en versterkt. Het tracé van de huidige zeedijk stamt vermoedelijk uit de 16e eeuw. De zeedijken werden vaak versterkt met houten paalwerken, soms werd er ook puin gestort aan de voet van de dijk. De houten palenrijen werden later vervangen door basaltglooiingen. Op de Mokkebank hebben de restanten van de houten palenschermen nog tot het einde van de vorige eeuw gestaan. De zee nam niet alleen land af, er werd buitendijks ook voortdurend nieuw land gevormd. Door de aanhoudende ophoping van slib vormden zich grote zandbanken voor de kust. Ook de kustlijn tussen Laaksum en Mirns is gevoelig voor aanslibbing. Dat heeft alles te maken met de natuurlijke inham. Tegen het begin van de 20ste eeuw was deze baai zo ver dichtgeslibd dat hij bij laagwater droog stond, zo blijkt uit topografische kaarten uit deze tijd.
1.4. Aanleg van de vluchthaven
In 1904 werd door zo’n 40 vissers uit Laaksum en omgeving een verzoek bij de provincie Fryslân ingediend voor de aanleg van een vluchthaven. Dit verzoek leverde uiteindelijk niets op, maar in 1908 werd er door de gemeente Hemelumer Oldeferd en Noordwolde, waar Laaksum onder viel, opnieuw een verzoek bij de provincie ingediend voor een financiële bijdrage voor de aanleg van een haven. Ook de gemeente Gaasterland was betrokken, veel vissers in Gaasterland maakten nog altijd gebruik van de kleine, natuurlijke inhammen in de kliffenkust die weinig bescherming boden. Daarnaast zouden ook de vissers die vanuit Stavoren op de Zuiderzee visten profijt hebben van de aanleg van een vluchthaven bij Laaksum. Bij slecht weer moesten zij nu uitwijken naar Lemmer, wat ver uit de richting lag. De vissers van Laaksum zochten op hun beurt juist de haven van Stavoren op, omdat de schepen in hun eigen haventje niet veilig zouden zijn. De haven van Stavoren was bij sterke wind echter lastig te bereiken vanuit Laaksum. Kortom; er was vanuit verschillende hoeken behoefte aan een echte haven in Laaksum. Niet allerminst als thuishaven voor de vissers van Laaksum, maar ook als vluchthaven voor de vele andere vissers op de onvoorspelbare Zuiderzee.
Daarop werd er in 1909 door de provincie een commissie opgericht om de noodzaak tot de aanleg van een haven te onderzoeken en werd de gemeente verzocht het plan verder uit te werken. Op 20 juni 1911 stemde de gemeenteraad van Hemelumer Oldeferd en Noordwolde dan eindelijk voor de aanleg van de voorgestelde vluchthaven. Zowel de provincie als het Rijk betaalden een subsidie van 11.000 gulden. Het overige derde deel werd opgebracht door de gemeenten. In het voorjaar van 1912 vond de aanbesteding plaats, de aannemer was Willem Sipkes de Jong uit Lemmer. In 1912 kreeg Laaksum dan eindelijk een echte haven.
Het ontwerp van de nieuwe vluchthaven bestond uit een havenkom met een kistwerk, twee havenhoofden en hoge zeepalen. De kade werd bestraat met handgebakken waalklinkers. Zowel de kademuren als de keermuur werden gemaakt van beton. Voor een gedeelte van de havenhoofden werd gebruik gemaakt van de bestaande zeewering. De keuze voor dit ontwerp is opmerkelijk, de havenmond ligt namelijk recht naar het zuiden. Bovendien is het oostelijke hoofd langer dan het westelijke. Omdat de meeste stormen uit het zuidwesten komen, betekende dit dat het haventje bij zware wind weinig bescherming zou bieden aan de schepen en men rekening moest houden met een zware golfslag in de haven. Al bij de aanleg ging het mis toen de net aangelegde dam het begaf door de zware weersomstandigheden. Niet lang na de aanleg kwamen ook de eerste klachten binnen. De vissersschepen waren bij slecht weer niet veilig in de haven van Laaksum, zo blijkt uit diverse krantenartikelen uit de jaren volgend op de aanleg. Daarbij had men ook te maken met andere problemen, zo slibde de vaargeul in rap tempo dicht en spoelde het zand onder de bestrating vandaan. In 1916 raakte het paalwerk zwaar beschadigd en in 1917 bleek de haven zodanig verzand dat deze opnieuw uitgebaggerd moest worden. De verzanding is in Laaksum altijd een groot probleem gebleven, dat geldt overigens voor veel haventjes langs de voormalige Zuiderzeekust.
Toch bracht de nieuwe haven economische voorspoed naar Laaksum, in ieder geval voor een korte tijd. In navolging van de haven volgende een reeks aan ontwikkelingen in het gehucht. Zo werd de weg naar Warns eindelijk verhard. In 1925 werd in de haven een zoutkeet en rokerij gebouwd, die nu bekend staat als de Hang. Initiatiefnemer was de firma de Rook uit Lemmer, die de loods in witte zandsteen liet bouwen en in gebruik nam als rokerij voor haring en ansjovis. Op oudere topografische kaarten zien we dat er daarvoor op dezelfde plek ook al een gebouwtje gestaan moet hebben. De bevolking van Laaksum groeide aanzienlijk en het was regelmatig erg druk in de haven. In de jaren ’30 moeten er zo’n 150 mensen in het gehucht gewoond hebben en lager er zo’n 25 jollen in de haven. In de hang werkten maar liefst 20 man. De gerookte haringen werden als Lemster bokking verhandeld tot in Duitsland. Ook de ansjovis was een geliefd product. In het najaar en de wintermaanden was het rustiger in Laaksum. De hang deed dienst als visafslag, rokerij en werkplaats. Het was tevens de plek waar de vissers en andere inwoners van Laaksum samenkwamen.
1.5 De afsluiting van de Zuiderzee
In dezelfde tijd dat er in Laaksum allerlei ontwikkelingen plaatsvonden lagen elders de eerste plannen voor de afsluiting van de Zuiderzee op tafel. Na een lang proces werd het werk in 1932 voltooid met de aanleg van de Afsluitdijk. De Zuiderzee behoorde voorgoed tot het verleden en het IJsselmeer was geboren. Voor de zeevisserij betekende dat een grote klap. De haring en ansjovis verdwenen, paling, baars, snoek en bot bleven over. De nieuwe situatie vroeg om nieuwe technieken en andere schepen,
maar betekende voor veel vissersfamilies de genadeklap. Het aantal vissers dat actief was nam in rap tempo af. Ook Laaksum werd hard getroffen. De Hang raakte tijdelijk buiten gebruik en veel mensen moesten op zoek naar nieuwe manieren om in hun levensonderhoud te voorzien. Het pand werd verkocht aan de firma Smits & Zwaan uit Stavoren, die het een tijd lang gebruikten voor de palingrokerij. Daarna bleef het gebouw in gebruik als opslag en werkschuur. Door een gebrek aan onderhoud raakte het uiteindelijk in verval. In de jaren ’50 waren er nog zo’n 7 vissers actief in Laaksum, in de jaren ’70 had slechts één Staverse jol er nog zijn thuishaven. Tegenwoordig wordt er voornamelijk nog op bot gevist, die hier door de bodemgesteldheid blanker en smakelijker zou zijn dan elders. Laaksum werd een symbool voor het verdwijnen van de Zuiderzeecultuur. Ook de verzanding langs de kust verergerde flink na het ontstaan van het IJsselmeer. De Mokkebank kwam vrijwel volledig droog te liggen en raakte begroeid. Tegenwoordig is het een waardevol natuurgebied waar veel watervogels broeden.
1.6 Recente ontwikkelingen
Laaksum kent vandaag de dag vooral een recreatieve functie. In de loop van de 20ste eeuw nam de recreatie in heel Nederland toe toen de arbeidersklasse steeds meer vrije tijd en besteedbaar inkomen kreeg. Laaksum werd al snel een populaire bestemming voor dagjesmensen die wilden genieten van de rust en ruimte langs de IJsselmeerkust. De haven leent zich echter niet voor de recreatievaart. Vanwege het ondiepe water is de haven moeilijk toegankelijk. Bovendien zorgt de oriëntatie van de havenmond ervoor dat er nog altijd veel golfslag in de havenkom is en de schepen bij harde wind tegen de kade slaan. Op veel plaatsen langs de Friese kust werden in de 20ste eeuw openbare badplaatsen aangelegd, met verschillende voorzieningen zoals kleedhokjes, zwemtrappen of duikplanken. Dat gebeurde onder meer bij Oudemirdum, Rijs en Stavoren, maar niet in Laaksum. Vermoedelijk lag Laaksum toch te afgelegen voor het grote publiek.
In de jaren ’70 was de haven door achterstallig onderhoud in verval geraakt. Een groot deel van de palen was verrot, de havenkom en de vaargeul waren verzand en de kademuren verzakten. In de jaren ’80 werd door het bestuur van de toenmalige gemeente Nijefurd veel gepraat over renovatie van het haventje, maar zonder resultaat. Uiteindelijk werd pas in 1998 begonnen met de herstelwerkzaamheden. De commerciële visserij was toen al grotendeels verdwenen uit Laaksum. De renovatie zou zo’n 600.000 gulden kosten, betaald door de Europese Gemeenschap, de provincie Fryslân, het waterschap en de gemeente. Voor de herstelwerkzaamheden werd een tijdelijke damwand aangelegd, om het waterpeil binnen de havenkom te verlagen. De havenhoofden werden vervangen en de verzakte basaltkeien vervangen. De rotte bekistingspalen werden eveneens vervangen en de kade werd voorzien van nieuwe betonplaten. Vervolgens werd de havenkom uitgebaggerd en werden nieuwe vloedpalen geplaatst. Ook de bestrating op de kade werd aangepakt.
Bij de restauratie werd sterk rekening gehouden met de historische situatie, zo werden onder meer de
taanketels waarin de vissersnetten werden bewaard behouden. Het behoud van de erfgoedwaarde en het historische karakter vormden destijds een belangrijk thema. Voor meer informatie over de renovatiewerkzaamheden verwijzen we naar het boek van Boersma uit 1999. In 2008 werd door Dorpsbelang Warns een werkgroep opgericht om de hang te restaureren. In datzelfde jaar werd het vervallen gebouwtje aangewezen als gemeentelijk monument. In 2019 is de hang volledig opgeknapt en in 2020 opende een nieuwe viswinkel er zijn deuren. In 2012 werd het 100-jarige bestaan van de haven gevierd. Ook tegenwoordig weten veel toeristen de haven van Laaksum nog te vinden, wat voor nieuwe uitdagingen zorgt. In het kader van het programma IJsselmeerkust 2050 staat Laaksum hoog op de agenda. Er zullen de komende decennia ontwikkelingen plaatsvinden om het bijzondere verhaal van de haven van Laaksum levend te houden.
Deel II. Waardering en advies
2.1 Waarderingsmethodiek
Alle landschappelijke en cultuurhistorische elementen zijn van waarde, maar niet alles is even waardevol. Het is daarom wenselijk om de waarde van deze elementen op een zo objectief mogelijke manier te bepalen. Een dergelijke waardering geeft beleidsmakers en terreinbeheerders de mogelijkheid om afgewogen keuzes te maken bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Een veelgebruikte methode om tot een waardering van landschappelijke en cultuurhistorische elementen te komen is de toepassing van een wetenschappelijke waardering. Vanwege de breedte van de erfgoedsector en de zeer specifieke eisen zijn er per vakgebied zoals de archeologie en de historische bouwkunde eigen waarderingsmethodieken ontwikkeld. In de praktijk worden voor landschapshistorische onderzoeken zoals deze de breed aanvaarde waarderingscriteria kenmerkendheid, ensemblewaarde, gaafheid en ensemblewaarde gebruikt. Deze methodiek is onder meer ook gebruikt voor de Cultuurhistorische Waardenkaart die onderdeel uitmaakt van de Landschapsbiografie Súdwesthoeke en is ook toegepaste bij eerdere onderzoeken die in opdracht van de gemeente Súdwest-Fryslân door Cultuurland Advies werden uitgevoerd.
Kenmerkendheid:
Mate waarin het element kenmerkend is geweest voor de wordingsgeschiedenis van het landschap
waarin het voorkomt.
Ensemblewaarde:
Aanwezigheid van de landschappelijke omgeving waarin of waarmee de cultuurhistorische structuren
en elementen tot stand zijn gekomen.
Gaafheid:
Mate van intactheid van het element ten opzichte van de beginsituatie.
Zeldzaamheid:
Actuele mate van voorkomen van een het element in de regio of in Nederland.
Score en wegingsfactor
Op basis van deze waarderingsmethodiek kan per waarderingscriterium een score worden gegeven aan
de gekarteerde elementen:
0 punten (laag);
1 punt (gemiddeld);
2 punten (hoog);
3 punten (zeer hoog).
Wanneer alle vier criteria gewaardeerd zijn, worden deze scores opgeteld tot een totaalscore. Daarna
kunnen ze worden teruggerekend naar een eindwaardering:
Voor de waardering van het havencomplex van Laaksum zijn de volgende uitgangspunten leidend:
- Het gaat hier om een waardering van het gehele ensemble in zijn brede, landschappelijke en
historische context. Het betreft géén architectuurhistorische waardering van de bouwkundige
waarden van de haven. - Een uitgebreid GIS-systeem met verschillende historische kaarten is voorhanden, net als
historische foto’s en literatuur over de haven. Er heeft geen aanvullend archiefonderzoek
plaatsgevonden. - De huidige staat van de haven is bij een veldbezoek vastgesteld
2.2 Bestaande inventarisaties en waarderingen
Op de Cultuurhistorische Kaart (CHK2) van de provincie Fryslân staat de haven van Laaksum aangegeven als karakteristiek bouwwerk. Hoewel op de kaart alleen de rokerij met een stip staat aangegeven blijkt uit de omschrijving dat het hier het gehele havencomplex betreft. De keileemheuvels van Gaasterland en de IJsselmeerkust zijn door de provincie aangemerkt als Aardkundig waardevolle gebieden.
In de inventarisatie van de Landschapsbiografie van de Súdwesthoeke (2019) is de haven van Laaksum wel aangegeven op de kaart maar niet gewaardeerd. Andere elementen in het bredere ensemble hebben wel een waardering gekregen in de Landschapsbiografie en/of de aanvullende inventarisaties die door Cultuurland Advies zijn uitgevoerd. Het gaat dan om de zeedijk (8 punten, hoge waarde), de verkaveling (8 punten, hoge waarde), de weg tussen Laaksum en Warns (5 punten, gemiddelde waarde) en de singels langs de weg (3 punten, lage waarde).
In het bestemmingsplan Buitengebied Súdwest-Fryslân heeft het havencomplex de status Karakteristiek. Dat betekent dat de huidige verschijningsvorm van de haven gehandhaafd dient te worden. De voormalige rokerij ‘De Hang’ heeft in 2008 de status van gemeentelijk monument gekregen. De aanleiding daarvan was het behoud van het bijzondere gebouwtje dat op dat moment sterk vervallen was en dreigde in te storen.
In het bestemmingsplan Buitengebied Súdwest-Fryslân staat de havenkom aangemerkt als ‘karakteristiek’. Deze aanduiding geldt voor het rood-omlijnde perceel.
In de publicatie Ferheljend Lantskip (2017) zijn enkele adviezen en ideeën uitgewerkt rondom de toekomst van de Zuiderzeekust. Laaksum is daarin aangewezen als iconische plek in een rustzone. In de Cultuurhistorische IJsselmeerbiografie van Friesland (2017) is de haven aangewezen als Waardevol gebouwd erfgoedcomplex, met name vanwege de historische samenhang met de Hang en de visserswoningen langs de dijk.
2.3 Waardering
Kenmerkendheid: zeer hoog (3 punten)
Vissers- en vluchthavens zijn zeer kenmerkend voor het gebied langs de voormalige Zuiderzeekust. De oude zeehavens vormen nog altijd beeldbepalende elementen in het voormalige kustlandschap. In de vissersgemeenschappen langs de Zuiderzee ontwikkelde zich een eigen unieke cultuur. De havens zijn plekken waar landschappelijk, materieel en immaterieel erfgoed dicht bij elkaar komen. De Zuiderzeevisserij is een groot onderdeel van de regionale geschiedenis. Dat uit zich zowel in fysieke elementen in het landschap als in gebruiken, tradities en verhalen die allen nauw verweven zijn met de visserij en de havens. De kenmerkendheid van de haven van Laaksum is daarmee zeer hoog.
Ensemblewaarde: zeer hoog (3 punten)
Het havencomplex van Laaksum bestaat uit de havenkom, havenhoofden, palen, kade, taanketels en de voormalige zouterij. In bredere context kunnen ook de zeedijk, de natuurlijke haven, de oude havenkom en de vissershuizen aan de dijk tot het ensemble worden gerekend. De ensemblewaarde wordt niet alleen bepaald door de interne samenhang van de elementen, maar ook de relatie met het omliggende landschap. De ligging aan de voormalige zeedijk en in breder perspectief de Friese Zuiderzeekust en de Gaasterlandse kliffen maken samen met de onderlinge samenhang van de objecten dat het geheel een zeer hoge ensemblewaarde kent. Bovendien kan de gehele voormalige Zuiderzeekust als cultuurhistorisch waardevol landschap beschouwd worden, met een eigen geschiedenis en cultuur, waar de haven van Laaksum een onderdeel van uitmaakt.
Gaafheid: zeer hoog (3 punten)
Het gehele havencomplex verkeert in goede staat. Dat is grotendeels te danken aan de zorgvuldig uitgevoerde renovatie in de jaren ’90, waarbij veel aandacht was voor de historische situatie en erfgoedwaarde van het complex. Er lijkt geen sprake te zijn van verval of grootschalig achterstallig onderhoud. Wel is bekend dat enkele palen verrot zijn en de kade hier en daar is ingezakt. Om verborgen gebreken vast te stellen kan aanvullend bouwkundig onderzoek nodig zijn alvorens er nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden. Dat doet echter geen afbreuk aan de cultuurhistorische waarde van het geheel. De Hang is onlangs gerestaureerd er verkeert in uitstekende staat. Er is sinds 1912 relatief weinig veranderd in de haven en daarmee geeft het complex een zeer goed beeld van hoe de situatie hier aan het begin van de 20ste eeuw geweest moet zijn. Omdat er slechts sprake is van een minimale dorpsuitbreiding en er verder ook weinig grootschalige landschappelijke ingrepen hebben plaatsgevonden, zijn ook landschappelijke elementen zoals de oude zeedijk en natuurlijke havenkom nog aanwezig in het landschap.
Zeldzaamheid: gemiddeld (1 punt)
Langs de voormalige Zuiderzeekust hebben op talloze plekken vissers- en vluchthavens gelegen. Ze verschillen sterk in grootte en vorm en zijn niet zeldzaam te noemen. Wat de haven van Laaksum echter wel bijzonder maakt is de geïsoleerde ligging, de meeste vissershavens liggen in dorpen of steden langs de kust. Bijna alle aangelegde havens uit het verleden zijn nog aanwezig of herkenbaar. De haven van Laaksum kent een gemiddelde zeldzaamheid.
Waarderingsklasse: zeer hoog (10 punten)
Het havencomplex scoort op drie van de vier criteria zeer hoog, daarmee kunnen we concluderen dat
de cultuurhistorische waarde van de haven van Laaksum zeer hoog ligt. Het complex kent een grote landschappelijke samenhang en vertelt een bijzonder cultuurhistorisch verhaal. De zeer hoge waarde
zit hem niet zo zeer in de bouwkundige waarden van de individuele objecten, maar juist in de onderlinge samenhang en het verhaal van de plek. De waardering sluit aan bij de aanduiding als “waardevol gebouwd erfgoedcomplex” in de Cultuurhistorische IJsselmeerbiografie (2017).
Impressie van de huidige staat van de haven van Laaksum (15 maart 2023)
2.4 Visie en aanbevelingen
Om te bepalen hoe de haven van Laaksum in de toekomst zal worden beheerd is een visie en ontwerp
nodig. Het is aan de gemeente om dit vast te stellen. De cultuurhistorische analyse en waardering kan
als een inhoudelijke onderlegger dienen bij de toekomstige planvorming. We doen daarom een kleine
voorzet met enkele aanbevelingen op basis van de vastgestelde waardering.
Onderhoud en beheer
De haven en het omliggende gebied zijn eigendom van het Wetterskip Fryslân en worden gepacht door
de gemeente Súdwest-Fryslân. De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud. Het
laatste grootschalige onderhoud heeft in de jaren ’90 plaatsgevonden. De voormalige zouterij is in
particulier bezit en is onlangs gerenoveerd. Het gehele complex kent een zeer hoge gaafheid en de
historische situatie is er goed bewaard. Vanwege de zeer hoge cultuurhistorische waarde is het
wenselijk dat alle onderdelen van het ensemble behouden blijven en niet in verval raken. Dat betekent
dat kleine elementen, zoals de verrotte palen, tijdig vervangen dienen te worden. De gemeente zal
zich als beheerder moeten inzetten om te voorkomen dat het havencomplex opnieuw in verval raakt,
zoals in de tweede helft van de 20ste eeuw gebeurde. We raden aan om een onderhoudsplan voor het
complex op te stellen en periodiek (bijvoorbeeld jaarlijks) een inspectie en eventueel klein onderhoud
uit te voeren. Dat is ook belangrijk voor de veiligheid van de vele toeristen die Laaksum jaarlijks
bezoeken. Omdat de haven verder in goede staat verkeerd is er voorlopige geen grootschalige
renovatie nodig.
De verzanding van de havenkom vormt wel een bedreiging voor het voortbestaan van Laaksum als
vissershaven. Momenteel heeft slechts één vissersboot nog zijn thuishaven in Laaksum en is de haven
erg slecht toegankelijk. Wanneer de havenkom nog verder dichtslibt zal deze op termijn mogelijk
droogvallen. Dat zou sterk afbreuk doen aan de uitstraling en aantrekkingskracht van de plek. Vanuit
cultuurhistorisch oogpunt is het daarom aan te raden om de havenkom uit te baggeren en bevaarbaar
te houden, zodat in ieder geval de historische Staverse jollen de haven kunnen blijven aandoen.
Voor de oude havenkom geldt dat er weinig bekend is over de aanleg en de oorspronkelijke vorm. De
havenkom is bovendien slechts enkele decennia in gebruik geweest en vormt daarmee een klein
onderdeel in de geschiedenis van Laaksum. Reconstructie door bijvoorbeeld het uitgraven van de kom
bevelen we daarom vanuit cultuurhistorisch oogpunt niet aan. Wel zou de oude havenkom ontsloten
kunnen worden, bijvoorbeeld met een onverhard pad en een informatiebord bij de locatie.
Bescherming
De enige bescherming die de haven van Laaksum momenteel kent is de aanmerking “Karakteristiek”
in het bestemmingsplan, wat voldoende moet zijn om er voor te zorgen dat de huidige situatie
gehandhaafd blijft. In de toekomst komt het complex mogelijk in aanmerking voor een aanwijzing als
gemeentelijk monument. Dat heeft consequenties voor het beheer, voor monumenten geldt namelijk
een onderhoudsplicht. Hiermee kan de toekomst van het complex ook op de lange termijn worden
veiliggesteld. Echter vanwege de goede staat van de haven en het streven naar behoud door de status
Karakteristiek, waarbij de gemeente bovendien pachter is van het havencomplex, is er momenteel
geen directe dreiging die een aanwijzing als monument op korte termijn noodzakelijk maakt.
Informatievoorziening
Momenteel bevindt zich in de haven één informatiepaneel dat beknopt de geschiedenis van de plek
vertelt. Laaksum is voor veel bezoekers een plek die tot de verbeelding spreekt. Een betere
informatievoorziening kan bijdragen aan een grotere interesse en betrokkenheid van bewoners en
bezoekers. De plek leent zich uitstekend voor kleinschalige informatievoorziening, bijvoorbeeld in de
vorm van enkele aanvullende informatiepanelen of paaltjes met QR-codes die verwijzen naar digitale informatie. Daarnaast beschikt een aantal inwoners van Laaksum over een grote collectie historisch
beeldmateriaal, dat bij uitstek gebruikt kan worden om het verhaal van de plek beter te vertellen. Een
kleine tentoonstelling of museum, in bijvoorbeeld een schuur of oud vissershuisje zou hier uitstekend
passen.
Toerisme en recreatie
Laaksum is een populaire bestemming voor dagrecreanten en vormt bovendien een inspirerende plek
voor veel kunstenaars en fotografen. Bij goed weer kan het erg druk zijn in de haven. Met name de
parkeervoorziening vormt dan een probleem, waardoor het op drukke dagen enigszins chaotisch en
rommelig kan ogen in de haven. Een betere parkeervoorziening, eventueel op een locatie buiten het
havencomplex zou hier mogelijk een uitkomst kunnen bieden.
Uit een enquête van Dorpsvereniging Warns blijkt dat de bewoners van Laaksum het belangrijk vinden
dat het authentieke karakter van de haven behouden en waar mogelijk versterkt wordt, ze
benadrukken daarbij dat juist het authentieke karakter de haven onderscheidend maakt.25 De haven
van Laaksum leent zich vanwege dit kleinschalige, sobere en authentieke karakter niet voor
grootschalige recreatie. Wel is er ruimte voor kleinschalige initiatieven, zoals de aanleg van een
zwemtrap. Het is daarbij belangrijk dat alle nieuwe ontwikkelingen in samenspraak met de
buurtbewoners worden gerealiseerd en bovendien zorgvuldig worden ingepast met oog voor de
cultuurhistorische waarden.
Besluit
Samenvattend kunnen we stellen dat het havencomplex een zeer hoge cultuurhistorische waarde
kent. Het belangrijkste advies luidt om in de haven van Laaksum te streven naar behoud van de
historische situatie. De plek wordt gekenmerkt door kleinschaligheid, rust en het visserijverleden langs
de voormalige Zuiderzeekust. De zeer hoge cultuurhistorische waarde wordt mede bepaald de
ruimtelijke samenhang en zichtbaarheid van het verleden. Nieuwe beeldbepalende ontwikkelingen
passen niet in het beeld van het sobere, authentieke vissershaventje en kunnen afbreuk doen aan deze
waarden als ze niet zorgvuldig worden ingepast. De haven vormt een uitstekende plek om het verhaal van de Friese Zuiderzeevisserij te vertellen en beleefbaar te maken. Laaksum staat symbool voor het
verdwijnen van de visserijcultuur na de afsluiting van de Zuiderzee. De haven van Laaksum is unieke
plek waar landschappelijk, cultuurhistorisch en immaterieel erfgoed dicht bij elkaar komen en samen
een bijzonder verhaal vertellen.
Literatuurlijst
- Boersma. B. 1999. Laaksum, de Zuiderzee en de visserij. Leeuwarden.
- Faber J.A. 2013. Drie eeuwen Friesland. Economische en sociale ontwikkelingen van 1500 tot 1800. Leeuwarden
- Gildemacher K.F. 2015. Het Friese Water. Bornmeer
- Guys R. 2007. 75 jaar einde Zuiderzee. Een verhaal over de historie van de Zuiderzeevisserij vanuit Gaasterland.
- Histoarysk Furkferbân Gaasterlân. Werkgroep Visserij en Scheepvaart.
- Guys R. 2012. De haven van Laaxum 100 jaar. Fan Klif en Gaast 2012-1 p 4-23
- Huizinga D. 2011. Vluchthaven Laaksum 100 jaar. Drachten
- Mol J.A. 1999. Het militaire einde van de Friese vrijheid: de slag bij Laaxum, 10 juni 1498. Millenium, tijdschrift voor middeleeuwse studies 13, nr. 1 p.3-20.
- Mulder S. 2015. Buitendijks erfgoed oostelijke Waddenzee. Rijksuniversiteit Groningen
- Rienks K.A., Walther G.L. 1954. Binnendiken en slieperdiken in Fryslân. Bolsward
- Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. 2014. Eenheid in verscheidenheid. Een zoektocht naar een integrale cultuurhistorische waardestelling voor het materiële erfgoed. Amersfoort.
- Roemeling O.D.J. 2013. Heiligen en Heren: studies over het parochiewezen in het Noorden van Nederland vóór 1600.
- Schroor M., Mennes A., Boer P. 2017. Cultuurhistorische IJsselmeerbiografie Friesland. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
- Schroor M. 2008. Van Wildinghe en Waghenbrugghe. Een verkenning van de cultuurhistorische kwaliteiten van het Nationaal landschap Zuidwest-Friesland. Leeuwarden.
- Schroor M. 2012. Tussen Hemdijk en Klif. Het nationale landschap Zuidwest-Fryslân. Leeuwarden
- Slabbers S., Bergstra E. 2017. It Ferheljend Lânskip. Doorontwikkeling kernkwaliteiten landschap en cultuurhistorie Friese IJsselmeerkust. Bosch Slabbers Landschapsarchitecten.
- Stichting voor Bodemkartering. 1975. Bodemkaart van Nederland Schaal 1:50 000. Blad 15 West (Friese gedeelte) en 15 Oost Stavoren. Wageningen
- Walsmit E., Kloosterboer H., Ostermann R., Persson N. 2009. Spiegel van de Zuiderzee. Geschiedenis en Cartobibliografie van de Zuiderzee en het Hollands Waddengebied. Houten
Websites
www.topotijdreis.nl
www.delpher.nl
www.satellietdataportaal.nl
www.hisgis.nl
www.tresoar.nl
www.spanvis.nl
www.warns.nl
www.landschapsbiosudwesthoeke.nl