Bijsterbaarlijk gebeuren

Het verheugt de redactie dat hij bereid is gevonden verslag te doen van een belangrijke gebeurtenis voor onze krant, hoewel hij al lang van Drees trekt en sommigen denken dat hij reeds is overleden. Het gaat hier om Wabe Wisses Rzn., rustend reporter van Bokwerder Belang. Speciaal voor de Warnser Poarte is hij vanuit huize Avondrood te Bokwerd op een nazomermiddag naar Scharl getogen.

Omstaan leren op Scharl
Boek over zusterdorp van Klein Bokwerd
Veel vlucht op de kooi zaterdag de derde september bij de boekpresentatie van het boek SKA(R)L van oud-plaatsgenoot Ids de Roos. Niet alleen oud-Skalders (de echte inwoners spreken de r niet uit), maar ook (oud) Warnsers hadden de moeite genomen en neem een kijkje in de boerderij van de familie Dijkstra op Skarl no 5. Oude kunde trof daar mekander weer. Soms een weerzien na wel 50 jaar, en in zo’n tijd wordt men er gewoonlijk niet knapper op, dat niet iedereen werd voortendadelijk herkend. De hoge opkomst had ook te maken met de, beetje overdreven, ruchtbaarheid die de Grote Pers een dag eerder gegeven had aan de verschijning van het boekwerk. In een juistjes aan de ruime kant bemeten artikel in de Leeuwarder Courant had de schrijver aangegeven dat hij op zijn 18e schoon zijn nocht had van zijn geboortedorp en naar Groningen was gegaan om daar voor spiegeloog te leren. Toen daar, in de tijd van grote werkelozens, geen droog brood mee te verdienen was is hij alnog als boekhouder de boerekant weer opgegaan. Het heeft er van weg dat hij wel in meer dingen op zijn schreden terugkeert, want het nieuwste nieuws is dat hij nu ook weer naar Warns gaat te wonen.

Klein Bokwerd
Scharl is een buurtschapje onder Warns, vergelijkbaar met het op anderhalve kilometer van Bokwerd gelegen Klein Bokwerd. In dit laatstgenoemde vroegere kerkdorp stond ook het wiegje van Gleone Germ, onze hardrijder, die vermaardheid zou gaan genieten door twee elfstedentochten op één dag af te leggen, uiteraard op Friese doorlopers van het merk Nooitgedacht. Hij is een aantal jaren geleden in zijn geliefde geboorteplaats ter aarde besteld en ligt daar te hof op het dodenakkertje met klokkestoel. Jaarlijks wordt nu zijn praalgraf door honderden elfstedenfanatici bezocht.
Als lid van de vereniging Verhuiddoekte Dorpen heeft Scharl heeft een speciale zusterband met met Klein Bokwerd.
Het boek is opgesierd met veel foto’s. De tekst is welliswaar in het Fries, maar met wat moeite wel leesbaar. De meest artikels hebben al eerder in de Warnser dorpskrant gestaan, zodat er in feite weinig nieuws onder de zon is. Die stukken gaan bijvoorbeeld over zijn moeder, die omstaan moest leren toen ze met haar trouwen vanuit Warns boerin te Scharl werd, omdat ze in die achtergebleven hoek eerst geen stroom en waterleiding hadden. Zijn vader was er boer op een gehuurd spul, dat in handen was van mennonietische families. Deze sloegen vroeger in het dorp voor meester op maar hebben later bijna allemaal de wijk genomen. Zoals vier dochters van Hendrik van der Zijpp, die kat achter kat de Staverse boot naar Holland namen en allen in Amsterdam beland zijn. Wel kwamen ze geregeld terug op Scharl, sommigen van die vrouwlui uitvanhuisden dan zelfs op de ouderljke boerderij van de schrijver.
Een uitvanhuizer aldaar van iets latere datum was dr. G.Th. Jensma, de beroemde professor in de Friese taal- en letterkunde, dewelke ook aan het woord kwam die middag. In zijn toespraak pochte deze nogal over het boek van zijn kameraad uit hun gezamenlijke studententijd. Hij trok een vergelijking met de kroniekschrijver Ocko Scarlensis (Okke van Scharl), een figuur uit een ver verleden, die in werkelijkheid waarschijnlijk nooit bestaan heeft maar opbedacht zou zijn door geleerde grapjassen. Dat komt ons niet vreemd aan, want grapjasserij in de schrijverij komt helaas nog steeds voor. Men weet vaak niet recht wat men daar mee aan moet.
Dan had Ids nog een paar versjes gemaakt, die door Bruno Rummler, de troubadoer van het Roodklif, met inmoed muzikaal werden vertolkt. Het eerste versje was een lettelijke overzetting van een song van Bob Dylan, de Wachttoren genaamd (heeft overigens niks te maken met het blad van de Jehova’s). Nu heeft deze oude Amerikaanse bard wel de Nobelprijs voor literatuur gewonnen, maar of het nou aan de minne overzetting lag of aan de ondoorgrondelijke oorspronkelijke tekst: de wijze was wel mooi maar er was verder geen touw aan vast te knopen. Daarentegen tastte het laatste versje ons nogal in het gemoed: het ging over een gruttopiekje dat de honger in de hals had.
Aan het eind van deze bijeenkomst wachtte de vele aspirant-kopers nog een rare terugzetter: het boek bleek verkeerd gedrukt, de zwart-wit foto’s waren vlekkerig en wat schier uitgevallen, zodat per eindjebesluit de hele oplage werd afgekeurd. Men kon wel intekenen, het opnieuw gedrukte boek wordt dan per post thuisbezorgd. Een presentatie met uitgestelde levering dus. De gezellige nazit vergoedde enigzins deze toch wat ongelukkige afloop.
Naschrift redactie: als gevolg van deze “gezelligheid” is de verslaggever die middag nadien bij het Pot aan de Skalderdyk te water geraakt met zijn scootmobiel en moest hij door omstanders weer op het droge geholpen worden. Gelukkig kon hij ongedeerd zijn weg vervolgen en een paar dagen later dit verslag inleveren.